Carmen 45 (in Dutch by John Nagelkerken) |
|
| |
Available in
Latin,
Brazilian Port.,
Chinese,
Croatian,
Dutch,
English,
Estonian,
French,
German,
Hungarian,
Italian, and
Scanned. Compare two languages here.
|
|
| |
Toen Septimius Acme, zijn geliefde,
in zijn armen hield, zei hij: 'Lieve Acme,
als ik niet dolverliefd ben en voor altijd
alle jaren aaneen jou wil beminnen,
zo verliefd als een dolverliefde zijn kan,
mag ik eenzaam een grauwe leeuw ontmoeten
in heet Indië of in de Sahara.'
Zo sprak hij; Amor nieste aan de rechter-,
net als eerst aan de linkerkant, instemmend.
Acme neeg met haar hoofdje achterover,
drukte toen op de liefdedronken oogjes
van de jongen met rode mond een kusje
en sprak: 'Laten wij dan die ene meester,
schat Septimius, steeds als slaven dienen,
daar bij mij een veel laaiender en feller
liefdesvuur in het zachte merg blijft smeulen.'
Zo sprak zij; Amor nieste aan de rechter-,
net als eerst aan de linkerkant, instemmend.
Nu, op basis van een zo gunstig teken,
kan hij haar, kan zij hem alleen beminnen.
Dolverliefd kiest Septimius slechts Acme
boven Syrië of het land der Britten.
Trouw leeft Acme haar liefdeslusten louter
op Septimius uit: ze wil geen ander.
Wie zag ooit een gelukkiger stel mensen,
wie zag Venus met gunstiger gesternte?
|
|
© copyright 26-2-2013 by John Nagelkerken |
|
| |