Je hebt eens gezegd dat jij alleen Catullus kende,
Lesbia, en dat je i.p.v. mij Juppiter niet wilde lief hebben.
Ik had je toen lief niet zoals de eerste de beste z'n vriendin,
maar zoals een vader z'n zonen en schoonzonen.
Nu heb ik je door: daarom, ook al word ik verbrand,
word jij toch voor mij veel waardeloser en geringer.
Hoe kan het, vraag je? Omdat een dergelijk onrecht dwingt een
minnaar meer te beminnen, maar 't minder goed met iemand te
menen.