Ameana, het afgelikte meisje
eiste van mij totaal 10.000,
dat meisje met dat lelijke neusje,
minnares van de verkwister uit Formiae.
Verwanten, aan wie de zorg voor het meisje is,
roept bijeen vrienden en dokters:
niet is het meisje goed bij haar hoofd, en niet is zij gewoon te vragen
aan het koper (=spiegel) vol afbeeldingen hoe ze is (=qua uiterlijk).

Ameana puella defututa
tota milia me decem poposcit,
ista turpiculo puella naso,
decoctoris amica Formiani.
Propinqui, quibus est puella curae,
amicos medicosque convocate:
non est sana puella, nec rogare
qualis sit solet aes imaginosum.