Aufillena, goede vriendinnen worden altijd geprezen: ze ontvangen geld voor dat wat ze van plan zijn te doen. Jij begaat een misdaad, omdat je beloofd hebt, omdat je voor mij een bedriegelijke vijandin bent, omdat je niet geeft en wel vaak krijgt. Ofwel is het goed om je als een vrije vrouw te gedragen, ofwel was het goed, Aufillena, om niet beloofd te hebben: maar gegeven dingen terugnemen door iemand te beroven van taken, past meer bij een hebzuchtige hoer die zichzelf met haar hele lichaam te koop aanbiedt.

Aufillena, bonae semper laudantur amicae:
accipiunt pretium, quae facere instituunt.
tu, quod promisti, mihi quod mentita inimica es,
quod nec das et fers saepe, facis facinus.
aut facere ingenuae est, aut non promisse pudicae,
Aufillena, fuit: sed data corripere
fraudando officiis, plus quam meretricis auarae
quae sese toto corpore prostituit.